Overheden hebben financiele middelen nodig om publieke voorzieningen te financieren en in openbare uitgaven te voorzien. Deze budgettaire functie van belasting wordt aangevuld met een sociaal, instrumentele functie. Deze tweede functie van belasting heffing is met name belangrijk vanuit een maatschappelijk belang. Belasting heffing vindt plaats via een aanslag en boete stelsel. Invordering is gebaseerd op het formeel belastingrecht. De overheidsinkomsten zijn met name afkomstig uit omzetbelasting, loonbelasting en vennootschapsbelasting.
Belasting subjecten worden gezien als individu of onderneming. Wanneer voor de ondernemer geen sprake is van werkzaamheden via een besloten of naamloze vennootschap, is de zakelijke winst en verlies onderdeel van het prive vermogen. Dit prive vermogen zal worden belast via dezelfde maatstaven als het prive inkomen. In voorkomende gevallen kunnen een heffingskorting, toelage, subsidie, toeslagen, of ander belasting voordeel de totale heffing beinvloeden.
Omzetbelasting, ook wel belasting over de toegevoegde waarde (BTW) genoemd, wordt geheven over de verkoop van bepaalde producten en diensten. De verkoper draagt omzetbelasting af aan de belastingdienst, waarbij deze heffing aan de consument is doorberekend. De periodieke aangifte omzetbelasting kan per maand of kwartaal worden gedaan. De aangifte kan resulteren in een te ontvangen of een te betalen bedrag, waarbij het laatste meer aannemelijk is.
Loonbelasting is naast de omzetbelasting een fundamenteel onderdeel van het huidige belastingstelsel. Deze belasting wordt geheven over het inkomen verkregen uit loondienst. De werkgever keert de werknemer een netto salaris uit en draagt het verschil tot aan het bruto loon en enkele heffingen af aan de fiscus. In geval de belastingplichtige recht heeft op bepaalde belastingvoordelen, kunnen deze via een aangifte worden ingediend. Deze aangifte kan leiden tot een maandelijkse of jaarlijkse teruggave of bijbetaling leiden.
Winst van ondernemingen met aandeelhouders, zoals de BV, NV en cooperatie wordt geheven via vennootschapsbelasting (VPB). Vennootschapsbelasting wordt als zodanig geheven over het inkomen van een rechtspersoon. Hieruit volgt dat de ondernemer als het ware wordt aangeslagen voor inkomsten uit werk, alsmede de via de rechtspersoon voor de zakelijke winst. Teneinde een gunstig tarief te bedingen, kan de rechtspersoon onderdeel worden van een internationaal concern. Echter, op overheidsniveau bestaat de verplichting tot het uitwisselen van fiscale gegevens van buitenlandse ondernemers en ondernemingen tussen sovereine staten. Via de Europese DAC6 richtlijn kan de internationale belastingontwijkende structuur zonder directe subtantie bijvoorbeeld worden beperkt.