Het pensioen wordt vaak gezien als een oudedagsvoorziening. Het is echter veel meer. Een pensioenvoorziening kan naast ouderdom ook dekking bieden in geval van arbeidsongeschiktheid en overlijden. Deze extra voorzieningen zijn met name geschikt voor werknemers met een partner en eventueel andere gezinsleden. In de meeste landen is het pensioen stelsel gericht op vervroegd stoppen met werken. Pensioen opbouw is echter niet altijd verplicht. Dit kan zorgen voor uitdagingen wanneer men wel wil stoppen met werken, maar dit vanuit financiele overwegingen niet kan.
In Nederland bestaat het pensioenstelsel uit verschillende pijlers. Zodoende kan men naast een basispensioen, via de Algemene Ouderdomswet (AOW) een aanvullend pensioen regelen. Naast de direct financiele middelen vanuit het pensioen is het eigen woning bezit altijd gestimuleerd, en is er sprake van een lager belastingtarief voor niet werkenden. Hieruit vloeit voort dat pensionado’s veelal met minder financiele middelen rond kunnen komen maar nog steeds voldoende te besteden hebben. Een nadeel van dit systeem is dat het gebaseerd is op de aanname dat iedere werknemer en werkloze de financiele middelen heeft om een periodieke aanvulling te doen, en een eigen woning te kopen. Helaas is dit niet het geval en zal in de toekomst een scheefgroei ontstaan tussen pensioeninkomen en uitgaven van ouderen.
De eigen verantwoordelijkheid van het individu staat tegenwoordig centraal in het pensioen vraagstuk. De AOW staat onder druk, aanvullende pensioen regelingen via de werkgever leveren vaker een negatief beleggingsrendement op, en spaartegoed op bankrekeningen krijgt een lagere rentebetaling dan de jaarlijkse inflatie. Al met al zal de pensioengerechtigde diversiteit moeten aanbrengen in zijn financiele oudedagsplanning.